Hij tekent met lucht
IJzeren lijnen kooien een vorm,
wat echt is, buigt zich met vuur
naar zijn handen. Boog van ribben,
hol bekken, springensklaar:
beelden als oude vertellers
We kijken en zwijgen, dit alles
is er altijd geweest
En na de wijn, de avond, het eten
komt wat nodig is. Woorden,
de naaktheid van klanken rond een tafel
Man wordt steen, gewillig, boog
van schouders, drager van pijlen
Uit hem voltooien ze hun lange, hoge vlucht
Modder omhelst de wachtende steen,
een slapende vulkaan. En toch:
hoe kwetsbaar, de dunne lucht
onder de blakende, waakzame blik
Erna, 5 mei - 9 juli 2007