“Kunst is dat geheel van uitdrukkingsvormen
waarbij het wezenlijke van ons scheppend vermogen centraal staat.”












“Kunststromingen komen en gaan, zoals alles dat aan tijd en ruimte gebonden is. Uit het overdonderend aanbod van vandaag een keuze maken is niet gemakkelijk. De snelheid waarmee alles evolueert, de culturele mondialisering, technologie en communicatie vormen het werkveld van de hedendaagse kunstenaar.
Zelf behoor ik niet tot een bepaalde familie, school of richting. Mijn beeldhouwkunst groeit alsmaar door vanuit een ontdekkingstocht door mezelf in interactie met wat rond mij bestaat.
Niet alle creatieve uitingen zijn kunst, elke kunstdiscipline vereist vakmanschap, voor velen een oubollig woord. Men kan geen appelen met citroenen vergelijken, een sculptuur is geen conceptuele installatie, maar beiden vereisen talent en kracht. Mijn persoonlijke weg is één lange zoektocht naar essenties, of ik ze nu op een klassieke wijze vertaal of anders. Centraal hierbij staat het doorgronden van de veelzijdigheid van dat wezen en het er telkens opnieuw fris van uitdrukken. Grote kunst is het vermogen om dát gevoel van hogere vertedering uit te drukken dat we allemaal kennen, daarnaar op zoek zijn is geen fout.” (Lucas Van Haegenborgh – 2009)
Eerst wil Lucas veearts worden, hij studeert wijsbegeerte en eindigt uiteindelijk als beeldhouwer.
Als oudste zoon van een vader kinderarts en een moeder kunstschilder krijgt hij de voornaam Lucas, patroonheilige van beide beroepen. Zijn overgrootvader vaderskant was de dorpssmid van Rotselaar. De geliefkoosde materie waarin hij zelf ook werkt is het metaal.
In tegenstelling tot de traditionele figuratieve kunst vertrekt de hedendaagse kunst vanuit een concept. Mede door zijn wijsgerige vorming is het oeuvre van Lucas het product van persoonlijke stellingnames. Bewust van zijn morele verantwoordelijkheid stelt hij zijn artistiek talent ten dienste en ter bescherming van de bedreigde harmonie op moeder aarde. Tevens stelt de kunstenaar het scheppend vermogen als doel op zich, een fundamenteel vermogen in het bereik van ieder mens, onlosmakelijk verbonden met de liefde, de bewondering, het geweten, de schoonheid.
Dieren zijn een steeds weerkerend thema in zijn oeuvre toch is hij geen animalier. Ondermeer zijn onderwijsactiviteiten o.a. voor de Canon Cultuurcel, departement Onderwijs, vereisen een meer uitgebreid werkterrein. Lucas draagt in zich tegelijkertijd de behoefte én de capaciteit om zijn innerlijke kracht op verscheidene manieren te vertalen.
Hij verwerft zijn reputatie dankzij de megasculpturen gerealiseerd sinds de jaren ’80. Vervolgens trekt hij zich min of meer in stilte terug om de mogelijkheden van zijn creatief talent verder te exploreren.